KNW Najaarscongres 'Water en Bodem Sturend' - blog door waternetwerker Eilard Jacobs - "Rekening houden met water en bodem bij ruimtelijke ontwikkelingen is meer nodig dan ooit, en is tegelijkertijd ook niet nieuw. Dit proces is al decennia geleden op gang gekomen. Maar grote keuzes kunnen niet zonder de Rijksoverheid, anders wordt het sturen in het moeras."
KNW NAJAARSCONGRES 2023: Water en Bodem Sturend
Hoe geven we water en bodem een stem in ruimtelijke ontwikkeling?
vrijdag 24 november 2023 | 9:30-17:00 | Zwolle
- blog door Eilard Jacobs
STUREN IN HET MOERAS
Water en bodem sturend bij ruimtelijke afwegingen. Dat is niet alleen nodig, en een wens vanuit de watersector, het is ook het beleid van het kabinet sinds een jaar geleden de kamerbrief over dit onderwerp gestuurd is. En..... komt dat al een beetje van de grond....?
Het KNW Najaarscongres 2023 ging over het thema 'Water en bodem sturend'. De kamerbrief hierover is een jaar geleden verschenen, dus is het staand beleid. Wel jammer dat de brief alleen door minister van Infrastructuur en Waterstaat is ondertekend, en de handtekeningen van de ministers van de andere beleidssectoren die het betreft ontbreken. De vraag is nu: gebeurt er nu ook wat?
Barbera Joziasse (Algemene Rekenkamer) gaf een voorzet en - zoals uit die hoek te verwachten - is het antwoord 'nog niet'. Zij nam als voorbeeld meerlaags veiligheid, daar gaat de aandacht nu alleen maar uit naar de eerste laag: preventie oftewel dijkverzwaring en ruimte voor de rivier. De andere lagen, beperking van de gevolgen van, en crisisbeheersing bij overstromingen, heeft nog onvoldoende aandacht. In de praktijk maakt de tijdsdruk voor het tijdig veilig maken van de dijken, gecombineerd met een hobbelig procedurelandschap, dat er voor de andere aspecten geen aandacht is. Wat ook niet helpt is dat er voor de preventie wel normen zijn, maar voor de andere veiligheidslagen niet.
Gijs van de Boomen (Kuiper Compagnons) keek met een optimistische blauwe bril, maar niet na benadrukt te hebben dat 85% van de woningbouwopgave in risicogebieden ligt. Met zijn achtergrond als landschapsarchitect schetste hij de toekomstige ontwikkelingen bij een stijgende zeespiegel en klimaatverandering. Prachtige tekeningen, waarvan je weet dat ze zo wel nooit gerealiseerd zullen worden. Maar het houdt ons wel een beeld voor hoe je met het bedreigde gebied Nederland de grote veranderingen het hoofd kan bieden. Het beeld dat hij schetste laat zich samenvatten in het woord 'natmakerij' dat hij muntte. De tijd van de droogmakerijen ligt immers achter ons?
MEERLAAGS VEILIGHEID - álle lagen zijn belangrijk, niet alleen de eerste laag
Deze inleidingen gaven natuurlijk stof voor discussie: Zijn niet ook laag 0 (water vasthouden bovenstrooms) en laag 4 (hoe gaan we om met de kosten als het mis gaat) noodzakelijke elementen uit de meerlaagsveiligheid?
En .... Welke instrumenten hebben we om water en bodem zo de ruimte te geven dat we inderdaad de toekomstige ontwikkelingen aankunnen? De praktijk mag dan taai zijn. Rekening houden met bodem en water bij bodemgebruik is iets wat door de eeuwen heen allang gebeurd is.
Op historische kaarten kun je heel veel informatie over het bodemgebruik en de veranderingen in de waterhuishouding terugvinden. Maar het vraagt wel deskundigheid om ze te lezen. Bovendien hadden de kaarten vroeger vaak ook een decoratieve functie en vulde de kaarttekenaar ontbrekende gegevens aan met fantasie. Vanaf ca. 1850, toen er militaire kaarten werden gemaakt, wordt de informatie betrouwbaar en ook te projecteren op moderne ondergronden. Uit mijn eigen herinnering ken ik ook een recent voorbeeld: In het Noordwestelijk deel van de Amsterdamse wijk IJburg worden geen eilanden aangelegd. Dat komt omdat daar het oer-IJ een diepe geul met slappe lagen heeft achtergelaten, waardoor de draagkrachtige laag waarop geheid kan worden te diep zit. Dus hier is, om economische redenen, rekening gehouden met de bodem.
INSTRUMENTEN EN METHODEN voor de benodigde sturing
Praktijkvoorbeelden kunnen verhelderend zijn. Een van de workshops in de middag ging bijvoorbeeld over hoe water en bodem sturende principes een rol spelen bij de locatiekeuze van een nieuwbouwwijk in Oss. In andere workshops kwamen verschillende instrumenten en methoden aan de orde om de sturing handen en voeten te geven.
Sturing door financiering is een heel andere invalshoek. Herman Havekes (Unie van Waterschappen, Universiteit Utrecht) trapte af met een overzicht van de heffingen, retributies en belastingen voor water. Dat zijn er alles bij elkaar veel, maar samen zorgen ze er wel voor dat in Nederland ca. 80% van de kosten voor watertaken rechtstreeks door burgers en bedrijven worden gedragen, in de wereld een unicum.
Gert Dekker (Ambient) ging in op de drie mogelijke sturingsprincipes bij waterbeprijzing: solidariteitsbeginsel, profijtbeginsel en kostenveroorzakingsbeginsel.
Zodra je door beprijzen de keuzes van bedrijven en bewoners wil sturen wordt het ingewikkelder en stijgen de perceptiekosten. Dit laatste vooral ook omdat je veel meer te maken krijgt met bezwaar en beroep. Om deze reden stranden veel initiatieven om door financiële sturing invloed uit te oefenen uiteindelijk toch bij de uitvoering. Wat ook niet helpt is de wirwar aan waterheffingen die de burger op zijn bordje krijgt, ieder voor zich niet leidend tot schokkende jaarlasten. Maar alle heffingen samen kosten een huishouden toch zo'n 800 euro per jaar en daar zou meer sturing vanuit kunnen gaan. Ooit is hiervoor het waterspoor bedacht (alle waternota's in een gezamenlijk nota) maar daar is al een tijdje niets meer van gehoord.
Overigens is de industrie de grootste waterverbruiker. De manier waarop daar nu voor betaald wordt is niet sturend en soms ook niet eerlijk ten opzicht van de burger die veel minder gebruikt. Hier kan door aanpassing van de prijs die de industrie betaald waarschijnlijk meer sturing plaatsvinden. Natuurlijk zijn hier weer kanttekeningen te plaatsen zoals de internationale concurrentiepositie. Maar het is ook niet vreemd – en ook niets nieuws – dat de overheid ook voor water naar de industrie meer sturend gaat optreden.
BRIEF AAN DE MINISTER
De minister heeft de brief over water en bodem sturend geschreven en dus krijgt hij naar aanleiding van dit congres een brief terug. Er kwamen vele goede suggesties voor die brief naar voren. Ze komen er kort gezegd op neer dat de watersector hiermee nu aan de slag wil en kan. Nu de andere overheden nog.....
Rekening houden met water en bodem bij ruimtelijke ontwikkelingen is meer nodig dan ooit, maar is tegelijkertijd ook niet nieuw. De kamerbrief over dit onderwerp zal ongetwijfeld aangegrepen worden om bij ruimtelijke ontwikkelingen het vraagstuk extra onder de aandacht te brengen. Maar dit zal de watersector moeten doen. De ruimtelijke afwegingen zijn ook zonder dit aspect al ingewikkeld genoeg, en besturen van overheden zitten doorgaans niet op complicerende factoren te wachten. Uiteindelijk zullen de lokale en regionale overheden er met elkaar wel in slagen om water en bodem meer bij de afwegingen te betrekken. Dit proces is al decennia geleden op gang gekomen en zal verbeteren naarmate de klimaatverandering voelbaarder wordt. Maar lokaal en regionaal zullen de grote keuzes niet gemaakt worden. Daar moet ook de rijksoverheid aan te pas komen, anders wordt het sturen in het moeras.
- blog door Eilard Jacobs